3D printers…wie wil er een woning ??

schermafbeelding_2015-01-20_om_09.52.38

Terwijl in architectenbureaus al volop gebruikgemaakt wordt van 3D-printers om maquettes te maken, worden de gebouwen zelf meestal nog via de traditionele manier opgetrokken. Een Chinees bedrijf wil daar verandering in brengen.

In maart vorig jaar claimde Winsun al dat het tien huizen in 24 uur had geprint, door gebruik te maken van een zelfontwikkelde 3D-printer. Die gebruikt een mengeling van bouwmaterialen en industrieel afval, samen met sneldrogende cement en een speciale verharder.

 Winsun heeft in het Suzhou Industrial Park nu een flatgebouw van vijf verdiepingen neergepoot, samen met een 1.100 vierkante meter grote villa, inclusief alle decoratieve elementen binnen en buiten.

De 3D-printer die daarvoor werd gebruikt, is 6,6 meter hoog, tien meter breed en veertig meter lang. In de fabriek van Winsun fabriceert hij de verschillende onderdelen die daarna op de site in elkaar gezet worden. Die onderdelen bevatten meteen ook alle stalen versterkingen en isolatiemateriaal.

Het bedrijf onthult niet hoe groot de onderdelen kunnen zijn die uit de printer rollen, maar de foto’s op hun website tonen aan dat ze soms behoorlijk uit de kluiten gewassen zijn. De printer wordt aangestuurd via een CAD-ontwerp waarna de onderdelen geprint worden “net zoals een bakker een cake maakt”. De muren blijven hol, met in de spouw een zig-zag-patroon om ze te versterken. Zo blijft er ook ruimte voor isolatie.De 3D-printer bespaart 30 tot 60 procent op bouwafval en maakt gebouwen 50 tot 70 procent sneller dan de traditionele technieken. De arbeidskosten dalen met 50 à 80 procent. De villa kostte nauwelijks 140.000 euro om te bouwen. Ook het hergebruik van afval scheelt een slok op de borrel en is nog goed voor het milieu ook.

In de toekomst wil Winsun zijn printer inzetten voor nog grotere constructies, zoals bruggen en zelfs wolkenkrabbers.